Aardappelrooimachine

Vanaf de 17de en de 18de eeuw verscheen de aardappel in toenemende mate op de Vlaamse velden. Door zijn behoorlijk hoge gemiddelde opbrengst per hectare was het bij veel boeren een geliefd landbouwgewas. En dankzij zijn hoge voedingswaarde was en is de aardappel niet weg te denken uit de Vlaamse keukens.

De collectie Bulskampveld herbergt een mooie aardappelrooimachine van het merk Melotte. Landbouwer Jozef Desimpel uit Izegem vertelt er ons alles over in onderstaand filmpje. 

Aardappelrooimachine uit Oostkamp, 1920-1960 (inv. nr. 560, Collectie Bulskampveld)

Samen oogsten

Vanaf de jaren 1950 kende de sector een schaalvergroting en werden steeds vaker moderne machines ingezet voor het planten en oogsten van de populaire knol. Maar in de periode daarvoor was men aangewezen op louter spierkracht van mens en dier. Het trekken van de rooimachine vereiste immers heel wat trekkracht. Er kwam heel wat bij kijken om de aardappelen te oogsten.

De aardappeloogst was een zeer ernstige aangelegenheid. Heel wat kinderen en volwassenen uit de buurt werden opgetrommeld om te helpen met de oogst. 

- Jozef Desimpel

Oogsten van aardappelen

De teelt van aardappelen duurde meestal zo’n 5 maanden. Opvallend was dat er vier teeltperiodes zijn: februari-juni (vroege aardappelen), maart-juni (halfvroeg), april-september (halflaat) en mei-oktober (laat). Voor het oogsten of eigenlijk rooien van de aardappelen gebruikte de landbouwer aanvankelijk een eenvoudige rooihaak of –vork. Met een ferme zwaai hakte hij het aardappelbed open en verspreidde de knollen over het veld.

Sinds de tweede helft van de 19de eeuw gebruikten de landbouwers steeds vaker een door het paard getrokken aardappelrooimachine. De tuigen hebben een groot mes dat onder de planten snijdt waarna een aantal vorken de aardappelen rondslaan over het veld. Het oprapen en verzamelen van de aardappelen in manden was een lang en intensief werk dat meestal door vrouwen en kinderen werd uitgevoerd. Tijdens de oogst bleven de kinderen weg van de schoolbanken. Het ontstaan van de herfstvakantie zou hieraan gelinkt zijn.

Na de passage van de boer met de werprooier, rapen vrouwen en kinderen zoveel mogelijk aardappelen op, jaren 1920-1950. © Collectie Boerinnenbond – KVLV. Beeldbank CAG.

Werking

Er bestonden verschillende modellen aardappelrooimachines. Dit is een variant waar de vorken bevestigd waren aan een centrale schijf. De aardappelen werden eerst door de grote schaar opgelicht. Met het enkele werprad – voorzien van acht drietandvorken bevestigd op een ronddraaiende schijf - werden ze niet in rijen afgelegd, maar letterlijk weggeworpen. Bijgevolg moest worden gewacht tot de volledige rij was geraapt om de volgende rij te kunnen uitrijden.

Om te vermijden dat her en der aardappelen moesten worden gezocht, werd door de boer soms een eigen constructie aangebouwd met een grote juten zak die de aardappelen zo goed en zo kwaad als het ging opving.

Meer weten?

Wil je meer weten over de aardappelteelt? CAG schreef eerder al een themaverhaal over de geschiedenis van de aardappel.

In de collectie Bulskampveld zijn heel wat relicten van de pre-industriële aardappelteelt. Neem een kijkje.

Reclamebrochure van een werprooier van het merk Decov (firma Decloedt, Veldegem), jaren 1920-1940. © Collectie Stefaan Heylebosch Geraardsbergen.

Meer objecten in de kijker

Terug naar boven