Voet- en wentelploeg

Landbouw en ploegen gaan al eeuwen hand in hand. Wie wil oogsten, moet zaaien en wie wil zaaien, moet de grond bewerken. Een ploeg is hiervoor het meest geschikte instrument. De collectie Bulskampveld heeft een grote verzameling ploegen in alle mogelijke varianten en groottes. Elke ploeg had daarbij zijn eigen specifieke kenmerken. Landbouwer Jozef Desimpel uit Izegem vertelt ons in onderstaand filmpje meer over hoe hij vroeger werkte met de voetploeg en de wentelploeg. 

Wentelploeg uit Veurne, 1910-1920. (inv. nr. 216, Collectie Bulskampveld)

 

Ploegen

Grondbewerking vormt de basis van de akkerbouw. Ploegen is nodig om de grond losser te maken. De bodemstructuur en afwatering verbetert waardoor het zaaien en het ontkiemen van het gewas gemakkelijker verloopt. Het eergetouw  – het eerste type ploeg – bleef tot de Romeinse periode in gebruik. Het was niet meer dan een balk, vooraan ondersteund door een voet en voorzien van een gepunte stok die de grond openreet. Het principe van ploegen is sindsdien weinig veranderd, al zijn de keerelementen er wel bijgekomen. Eeuwenlang was de samenwerking tussen mens en dier de cruciale factor. In de Collectie Bulskampveld zijn verschillende ploegen bewaard die een stuk van de rijke Vlaamse landbouwgeschiedenis in beeld brengen.

Voetploeg uit Oedelem (inv. nr. 76), Collectie Bulskampveld.

Voetploeg

De voet- of radploeg is de eenvoudigste vorm van ploeg. Ze bestaat uit een geraamte van een ploegboom met een werkend deel dat voortgeduwd of voortgetrokken wordt in de grond. De ploegboom steunt vooraan op een voorsteun (een voet of een wieltje) die over de bodem glijdt. Het werkend deel bestaat uit een kouter (in principe een lang mes) dat de grond verticaal opensnijdt, een schaar die de grond horizontaal opentrekt en een rister dat de grond naar links of rechts omlegt. De ploegboom is meestal gemaakt uit olm of wilg. Achteraan is ze bevestigd aan een staart die op zijn beurt vervat is in de ploegzool waar de schaar aan bevestigd is. Het nadeel van een voet- of radploeg was dat de boer na het trekken van een voor steeds terug moest keren naar de andere kant van de akker om een nieuwe voor te trekken omdat de aarde maar aan één kant omgelegd werd.  

Na de algemene verspreiding van de wentelploeg werd dit type vooral gebruikt voor het omploegen van de akkerranden, ook na de algemene verspreiding van de tractor. De restanten van het geoogste gewas met zijn wortels en het opgeschoten onkruid worden ondergeploegd, zodat die als meststof dienen.

Ploegen met paarden in Vlissegem, jaren 1970. Collectie Erik Blauwe.

Wentelploeg

Met de voetploeg werd steeds in een vierkant geploegd. Aangezien dat tijd- en efficentiëverlies betekende, werd de keerploeg ontwikkeld. Met de keerploeg was het mogelijk om evenwijdige voren te ploegen. Het rister kon verplaatst worden naar de andere zijde. Daardoor kon de landbouwer bij het keren onmiddellijk verder ploegen. Een stap verder was de wentelploeg die twee scharen en risters omgekeerd boven elkaar had. Bij het kantelen van dit onderdeel kwam de tegenovergestelde schaar en rister onderaan te hangen. De wentelploeg was algemeen verspreid tijdens het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Hier ploegt een landbouwer met behulp van drie runderen en een wentelploeg zijn veld om, eind jaren 1930. © Vander Vaeren, Julien, 'Le livre d'or de l'agriculture Belge', Thill, Bruxelles, 1939.

Ploegen na 1950

Na de Tweede Wereldoorlog zet de mechanisering in de landbouwsector zich versneld door. Door de groeiende landbouweconomie worden landbouwbedrijven groter en gespecialiseerder. De tractor wordt de maat der dingen, hoewel een deel van de oudere generatie landbouwers nog tot de jaren 1970 vasthouden aan paard en ploeg om het veld te bewerken. Constructeurs springen op de kar en brengen aangepaste toestellen op de markt. Zo worden ook ploegen ontwikkeld die achter de tractor te monteren zijn. Ze bestaan niet langer uit één werkend deel, maar meerdere scharen en risters zijn naast elkaar op een rij geplaatst. De productiviteit steeg enorm: waar rond ca. 1900 paard en ploeg één hectare omploegden in één dag, was dat in 1990 opgelopen tot 67 ha in één dag (tractor met een 6-schaar ploeg). De modernisering staat niet stil: in 2005 vestigde Fransman Jean Imbert een wereldrecord door op één dag liefst 321 ha om te ploegen met behulp van een tractor met een 20-schaar ploeg.

Tractor met drie ploegelementen in de jaren 1990. Fotocollectie Collectie Bulskampveld.

Terug naar boven