Themaverhaal 'Wagenmakerij in Vlaanderen'

Tot 1940 telde nagenoeg elk dorp in Vlaanderen een wagenmaker. Amper tien jaar later was het aantal wagenmakerijen drastisch geslonken. Vandaag zijn er geen actieve beoefenaars meer, maar zijn er nog veel materiële sporen die herinneren aan het ambacht. Dit themaverhaal heeft de ambitie om de wagenmaker en zijn ambacht en vakmanschap opnieuw in het collectieve geheugen te plaatsen.

Door Brecht Demasure, 2022.

 

Wagenmaker Felix Mertens uit Vinkem, jaren 1980. Fotocollectie Collectie Bulskampveld.

Het ambacht van wagenmaker

Wat een garagist betekent voor de hedendaagse burger, dat was de wagenmaker voor onze voorouders. Hij speelde een onmisbare rol in het faciliteren van het plaatselijk vervoer van goederen (zowel productie als onderhoud) en was daardoor een belangrijke figuur in de plattelandsgemeenschap. Wagenmaker was een beroep dat van vader op zoon overging. Het grootste leerproces was het maken van een houten wiel. 

Vakmanschap

Wagenmakers waren heuse specialisten op hun vakdomein. Bomen, hout en werktuigen hadden voor hen geen geheimen. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw kwamen schoorvoetend de eerste machines in de wagenmakersateliers. De doorbraak gebeurde rond de eeuwwisseling. Wagenmakers konden sneller en eenvormiger kruiwagens, karren en boerenwagens afleveren.

Evolutie van het ambacht

De wagenmakerijsector bleef in grote mate een beroep dat op zelfstandige basis werd uitgeoefend. Wagenmakersbedrijven met arbeiders in dienst kwamen zelden voor. De introductie van de rubberen luchtband na de Eerste Wereldoorlog betekende het begin van het einde voor de wagenmakerij. Een aantal wagenmakers kon zich echter succesvol heroriënteren naar andere sectoren.

Leefwereld van de wagenmaker

Op socio-economisch vlak zien we een gemengd beeld bij de wagenmaker. Enerzijds laten de bewaarde rekeningboeken uitschijnen dat er sprake is van een ruim cliënteel en een goed gevuld orderboekje. Anderzijds waren er veel wagenmakers die op zoek gingen naar een bijkomende verdienste zoals algemeen timmerwerk om rond te komen. De wagenmaker had vooral lokale boeren als klanten. De jaarlijkse betaling van de rekening baadde in een sfeer van folklore. Aan het begin van de 20ste eeuw verenigden wagenmakers zich in wagenmakersbonden om samen de uitdagingen (tevergeefs) aan te gaan.

Contact

Vragen over dit project? Sven helpt je graag verder.

Publieksbemiddeling en aanspreekpunt collectie

Sven Lefèvre

Terug naar boven