Om op te vallen in het straatbeeld als handelaar is een uithangbord cruciaal. Vandaag gebruiken ondernemers lichtreclame. Vroeger bevestigden handelaars een uithangbord loodrecht op de gevel van hun atelier of winkel. In één oogopslag ziet de voorbijganger de naam en activiteit. Collectie Bulskampveld bewaart het uithangbord van smid Leon De Pauw uit Sint-Andries-Brugge. Hoe werd hij smid en welke activiteiten voerde hij uit?
Uithangbord met inventarisnummer 4010
Leon De Pauw (1917-2003) stamde uit een echt smedengeslacht. Zijn vader Medard De Pauw, geboren in Snellegem in 1889, was actief als smid in Loppem. De vader van Medard was Emile De Pauw, geboren in 1850 in Loppem. Emile was de eerste (hoef)smid van het geslacht De Pauw. Emile vestigde zich in Snellegem en werd lokaal bekend voor zijn versie van de ijzeren ploeg. In 1895 kreeg hij hiervoor een eervolle onderscheiding. Het ijzeren ploegje op het uitgangbord van Leon De Pauw is mogelijks een verwijzing naar zijn grootvader. Emile had acht zonen waarvan de meeste zich als smid vestigden. Naast Medard in Loppem deed Ernest dat in Koekelare, Achille in Snellegem en Leon in Zedelgem. Deze laatste overleed op 27-jarige leeftijd in 1902 in Brugge. Wellicht noemde Medard dus zijn zoon naar zijn eigen overleden broer.
Tijdens zijn legerdienst bij de cavalerie ontwikkelde Leon De Pauw een voorliefde voor paarden. Hij trouwde in 1945 met Blanche Wauters, dochter van een smid. Ondanks haar voornemen om niet met een smid te trouwen, viel ze voor de charmes van Leon. Als meestersmid nam hij in 1945 het bedrijf van zijn schoonvader over en vestigde hij zich in Sint-Andries-Brugge langs de Gistelse Steenweg. Vanaf dan sierde het uithangbord de smederij. De werkplaats werd een aantal keer verbouwd. In 1954 kwam er een nieuw woonhuis en aansluitend een ruime winkel. Blanche verkocht in de winkel ijzerwaren en huishoudmateriaal. Ze overleed vroegtijdig in 1969. Leon De Pauw was actief tot aan het begin van de jaren 1980. Blanche en Leon kregen vier kinderen. Hun zoon Marc zette enige tijd het werk als smid verder. Dochter Martine nam de winkel van haar moeder over en verkocht decoratie, fantasieartikelen en kleine meubels.
Meestersmid Leon De Pauw (1917-2003), Collectie familie De Pauw.
Leon De Pauw was actief als hoefsmid. Een paard heeft verschillende keren per jaar nieuwe hoefijzers nodig. Hoefijzers voorkomen dat de hoeven worden beschadigd of geïnfecteerd. Een hoefsmid beslaat de hoeven met hoefijzers en voert onderhoud uit zoals reinigen, bekappen, randen afsnijden en bijvijlen. Het valt goed te vergelijken met een tandarts. De Pauw was een erkend hoefsmid, dat wil zeggen dat hij zijn opleiding voltooide aan de bekende hoefsmedenschool in Brussel. Veel landbouwers uit de omgeving van Sint-Andries gingen naar De Pauw om hun paarden te beslaan. In de werkplaats was een travalje of hoefstal aanwezig om gemakkelijk de hoefijzers van de paarden te bewerken. Zijn werkplaats langs de Gistelse Steenweg, een drukke invalsweg naar de stad Brugge, trok ook toevallige passanten met paarden aan.
De oude werkplaats in de Gistelse Steenweg 381 voor de verbouwing in de jaren 1950 met het uithangbord op de voorgevel, Collectie familie De Pauw.
De Pauw was meer dan hoefsmid alleen. Aangezien hij onder zijn klanten verschillende landbouwers uit de omgeving rekende, maakte hij in zijn beginperiode ook (ijzeren) landbouwwerktuigen. De ijzeren ploeg op het uithangbord verwijst hiernaar. Hij ging ook naar landbouwbedrijven voor herstellingen. Leon De Pauw deed bovendien smeedwerk voor wagenmakers uit de omgeving. Hij plaatste de ijzeren wielbanden rond de houten wielen. Het beslaan van paarden viel op termijn weg. Hoefsmeden ging voortaan naar de boerderij in plaats van omgekeerd. Het werk van Leon ging over naar het maken van trappen en trapleuningen in ijzer en aluminium. Op het einde van zijn carrière was hij vooral bezig met de verkoop en installatie van metalen kachels.
De winkel en de werkplaats langs de Gistelse Steenweg na de verbouwing van 1954. Het uitgangbord is verdwenen, Collectie familie De Pauw.
Met dank aan: Christophe De Pauw, Dirk De Pauw en Patrick De Pauw-Vanlerberghe.