Pik en pikhaak

De pik en pikhaak zijn een Siamese tweeling: ze kunnen niet zonder elkaar gebruikt worden. Eeuwenlang hadden deze eenvoudige handwerktuigen een cruciale functie op de Vlaamse velden. Ze dienden voor de oogst van het graan. Met de introductie van de graanmaaimachines in de jaren 1950 werden ze minder gebruikt. Hoe ging dat allemaal in zijn werk? En waarvoor zijn de pik en pikhaak nog steeds relevant?

Pik en pikhaak met inventarisnummers 597 en 418

Een graantje meepikken

Hoe pikt de boer een graantje mee? De boer houdt in de ene hand de pik vast en in de andere hand de pikhaak. Tijdens het vooruit stappen slaat hij met de pik in het graan terwijl hij met de haak het graan recht houdt of recht trekt. De boer snijdt het gewas zo kort mogelijk af want stro is kostbaar. Na ongeveer vijf slagen zet de boer een stap achteruit terwijl hij met de pikhaak de afgepikte graanstengels samenrolt tot een zogenaamde pikkeling. De vrouw van de boer bindt twee of drie pikkelingen samen tot een schoof. Met de graanschoven maken ze stromijten of strokapellen om het gewas te laten narijpen en te beschermen tegen de regen. Het maaien van graan is zwaar werk want de boeren zijn een hele dag bezig in hete temperaturen zonder beschutting.

Graanoogst: pikken, binden en binnenhalen. Uit Cod. Lat. 23638, fol. 9v., Brugge, ca. 1530, bewaard in München, Bayerische Staatsbibliothek,

Voordelen

De praktijk van het pikken in Vlaanderen wordt in de eerste helft van de 19de eeuw uitvoerig beschreven door buitenlandse landbouwdeskundigen. In Duitsland en Frankrijk was de pik weinig verspreid. De experts verwijzen naar de voordelen van de pik tegenover de zeis en de sikkel. Door het vormen van pikkelingen moesten de landbouwers het afgesneden graan niet meer samenrapen. Enkel het samenbinden moest nog gebeuren. Het werken met pik en pikhaak liet ook toe om omgewaaid graan gemakkelijker te oogsten. Het was tot slot een snellere manier van werken. Tot kort na de Tweede Wereldoorlog gebruikten landbouwers de pik om kleine partijen graan te oogsten. Op grotere lappen grond verscheen ondertussen de pikbindmachine.

Pikken, schoven binden en schoven op de wagen laden. Schoolplaat uit het voormalige landbouwmuseum van Torhout. © Provincie West-Vlaanderen

Terug hip

Vandaag is het werken met handgereedschappen terug aan een opmars bezig. In functie van ecologisch maaibeheer en ter bevordering van de biodiversiteit gaan natuurliefhebbers aan de slag met pik, pikhaak, zeis en sikkel. Deze handwerktuigen hebben heel wat voordelen ten opzichte van een bosmaaier. Ze zijn goedkoop, maken geen lawaai en zitten eenvoudig in elkaar. Je hoeft niets op te laden of bij te tanken. Het werken ermee brengt bovendien rust en ritme. Zin om zelf de hand uit de mouwen te steken? Bij Zeis en bijl kan je een opleiding volgen. Je leert veilig en correct omgaan met de zeis, en hoe je ze kan onderhouden of herstellen.

Zeis & Bijl geeft opleidingen om veilig en correct om te gaan met handwerktuigen zoals zeis, bijl, pik en pikhaak. © Kevin Lambeets

Meer objecten in de kijker

Terug naar boven