Honingkamer

Honingkamer

Bijen zijn onmisbaar voor de bestuiving van bloeiende bloemen. Ze verzekeren het voortbestaan van vele gewassen. Voor de landbouwsector zijn ze van cruciaal belang. Daarnaast leveren ze ook lekkere honing. Collectie Bulskampveld bevat verschillende bijenkasten van een verzamelaar uit Wingene. Hoe zit zo'n bijenkast in elkaar? En wat heeft de gemeente Wingene met bijen?

Hongingkamer uit Wingene met inventarisnummer 1277a

Een nuttig beestje

Wanneer bijen voedsel verzamelen, vervoeren ze stuifmeel van de éne bloem naar de andere. Die bestuiving is nodig voor de vorming van vruchten en zaden. Niet minder dan 80% van alle bloemplanten wordt bestoven door insecten. En 80% van die bestuivende insecten zijn bijen. Nog een cijfer: zowat 70% van alles wat in ons bord beland, hangt rechtstreeks (fruit, groenten, oliën, ...) of onrechtstreeks (voederplanten voor vee) af van die bestuiving. Bijen zijn dus essentieel voor de landbouw en voedselproductie maar ook voor het goed functioneren van de ecosystemen en de vorming van onze landschappen. Vanaf de klassieke oudheid groeide het houden van bijen uit tot een algemeen verschijnsel. Bijenkwekers of imkers huisvestten bijen in natuurlijke holten van dikke bomen of door de mens uitgeholde plekken. Vanaf de Middeleeuwen verschenen de eerste gevlochten bijenkorven.

Etiket van ‘zuivere inlandse bieënhoning’, 1925-1975.  Collectie Achiel Geurts.

Revolutie in de imkerij

Midden negentiende eeuw zorgde de intrede van de bijenkast met losse ramen en de bijenberoker voor een grote ommekeer in de imkerij. De imkers gebruikten berokers om de bijen te verdrijven in plaats van ze te verstikken. Door de rook zogen de bijen zich vol met honing om vervolgens het nest tijdelijk te verlaten. Hierdoor hoefde de imker de bijen niet meer te doden. De bijenkast vergrootte het gebruiksgemak. Het deksel bovenaan kon de imker opendoen om zijn bijenvolk na te kijken en de honing en was te oogsten. De Zwitser Huber ontwierp al in 1790 een bladerkast, maar pas vijftig jaar later werd dit type heruitgevonden en vanaf dan massaal gebruikt. Elke regio had wel zijn uitvinder van een kast met losse ramen en variaties hierop. Tot op vandaag zijn bijenkasten in gebruik voor het oogsten van honing.

De imker gebruikt een beroker om rook in het vlieggat van een bijenkast te blazen. Bewaard in Openluchtmuseum Bachten de Kupe.

In de bijenkast

Een bijenkast is samengesteld uit verschillende losse elementen: bodem, kamer, rooster en deksel. De imker speelt zo flexibel in op veranderende omstandigheden. Onderaan is de bodemplank, voorzien van een vliegplank, die de bijen toelaat te landen vooraleer ze in de kast gaan. Vervolgens wordt de bijenkast samengesteld uit verschillende gelijkvormige kamers, zoals dit exemplaar uit Wingene. Indien het een kamer is waar een koningin huist voor het leggen van de eitjes wordt het een broedkamer genoemd. De broedkamer wordt aan de bovenzijde afgesloten met een rooster om te vermijden dat de koningin ook in de bovenliggende kamers komt. Er worden zoveel als nodig honingkamers geplaatst om het volledige bijenvolk te huisvesten. Deze zijn voorzien van ramen waarin de bijen raten construeren waarin ze de honing aanmaken. Bovenaan is er een dekplank met deksel voorzien. Zowel kamers als ramen hebben een standaardafmeting zodat ze uitwisselbaar zijn met andere kasten.

Imker Jean Eurlings uit Lanaken ging in 1942 met zijn bijenkasten naar een bloemenweide in Zutendaal om die te bestuiven. Collectie Achiel Geurts.

Bij de imkerij

Wil je meer weten over de fascinerende wereld van bijen en imkers? Lees op de website van CAG het verhaal ‘Bij de imkerij’.

Meer objecten in de kijker

Terug naar boven