Legerwagen

Een bijzonder object in de Collectie Bulskampveld is een Duitse legerwagen. Het is een Ersatzfeldwagen 40 die tijdens de Tweede Wereldoorlog soldaten, munitie en voorraden transporteerde. Na de oorlog bleef de wagen achter op een hoeve in Dudzele. Lees hier hoe de legerwagen een tweede leven kreeg.

Duitse legerwagen met inventarisnummer 125, gevonden in Dudzele

Wagens in oorlog

Anders dan vaak aangenomen, bepaalde het paard en niet de pantserwagen het transport van het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog. Liefst 2,5 miljoen paarden dienden tussen 1939 en 1945 in de Duitse oorlogsmachine. Meer dan 85% van de legereenheden, voornamelijk infanteriedivisies, waren van paarden voorzien. Statistisch betekende dit één paard voor drie soldaten. De paarden in de Tweede Wereldoorlog trokken karren, rollende keukens, artillerie en communicatiewagens. Na de invasie aan het Westfront in 1944 kwamen de Duitse infanteriedivisies in actie tegen volledig gemotoriseerde Anglo-Amerikaanse eenheden. Dieren en mensen tegen machines.

Op de site van het Musée de la Batterie de Merville werd in 2017 een demonstratie gegeven met een legerwagen gelijkaardig aan die van de Collectie Bulskampveld. © Musée de la Batterie de Merville

Ersatzfeldwagen 40

De legerwagen van de Collectie Bulskampveld is een originele Ersatzfeldwagen 40 of kortweg Erfa 40. Dit type wagen werd geproduceerd vanaf de jaren 1940 en kon ongeveer 1000 kilo aan vracht vervoeren. Het was een goedkoper, lichter en eenvoudiger model dan de Feldwagen Hf.1 en de Stahlfeldwagen Hf.7. Het Hf.1-type vond zijn oorsprong in de Eerste Wereldoorlog. Het was een houten wagen, getrokken door twee paarden, die uitrusting en munitie vervoerde. De constructie ervan was wat ingewikkelder dan de Erfa 40. In de jaren 1930 stond de Stahlfeldwagen Hf.7, een wagen gemaakt van staal met luchtbanden, gepland als vervanger voor de Hf.1. Op de ruwe Russische wegen bleken de Stahlfeldwagens te zwaar voor de trekpaarden. De wagens waren ook te duur om te bouwen. Daarom gingen de Duitsers terug over tot de productie van eenvoudige houten wagens. De Ersatzfeldwagen 40 is een zeer wendbare wagen. Het is een zogenaamde Duitse ‘Kastenwagen’. De laadbak vormt een structurele eenheid met de zitplaats van de bestuurder. De laadruimte is gewoonlijk gescheiden van de bestuurder door een halfhoge scheidingswand of een rooster.

Paarden trokken zich kapot aan de zware Stahlfeldwagen Hf7. Vandaar de noodzaak voor een lichter model. Bron: pilgrim-miniatures.blogspot.com

Een nieuw leven als boerenwagen

Na de Tweede Wereldoorlog gaf een landbouwer uit Dudzele de legerwagen een tweede leven als ‘lichte’ boerenwagen. De Duitse legerwagen was gebouwd met het oog op snelle verplaatsingen. Vier gelijke wielen zorgden er voor dat je gemakkelijk op oneffen en heuvelachtig terrein kon rijden. Bij wielbreuk was het gebruik van uniforme wielen een groot voordeel. Vaak was een reservewiel aan de achterkant van de wagen bevestigd. In tegenstelling tot bepaalde Vlaamse boerenwagens zit de rem op het voorwiel. De rem centraal vooraan de wagen kon je platleggen om gemakkelijker te laden.

De wagen had op de boerderij dezelfde functie als een driewielkar. Voor het inhalen van de graanoogst en van hooi, werd de wagen veranderd in een ladderwagen. De wagen is niet meer in originele staat. De dissel werd ingekort, zodat slechts één paard de wagen kon trekken in plaats van twee. Ook de haken waaraan de zwenghouten waren bevestigd, zijn verdwenen. Het ijzerwerk was, net als de handrem, oorspronkelijk geel geverfd.

Een Duitse ladderwagen uit Holtrup/Vennebeck. Westfälisches Freilichtmuseum Detmold, inv. nr. 365/73. Uit: Devliegher, L. (1998). Landelijk en ambachtelijk leven. Provinciaal museum Bulskampveld Beernem.

Meer objecten in de kijker

Terug naar boven