Wagenmaker Alfons Bogaert uit Waardamme

De Collectie Bulskampveld bewaart materiaal van meer dan 20 verschillende wagenmakers. Alfons Bogaert (1894-1984) uit Waardamme (Oostkamp) is daar één van. Bogaert was zijn hele leven wagenmaker, tot in de jaren 1960. Hij heeft nooit een ander beroep uitgeoefend.

Een boomezel – een door het paard getrokken tuig voor het vervoer van gevelde bomen – gemaakt door wagenmaker Alfons Bogaert.

Wagenmakersfamilie Bogaert

Alfons Bogaert (1894-1984) leerde de stiel bij zijn oudere broer Henri (1881-1949) die het op zijn beurt van zijn vader leerde. Alfons was het tiende en jongste kind van het gezin Eduard Bogaert (1847-1933) en Pauline Ballegeer (1848-1926). Rond 1893 verhuisde het gezin van Loppem naar Waardamme, van herberg De Swarte Hoop naar herberg de Drie Koningen. Naast herberg was dit ook een boerderij en wagenmakerij. De Drie Koningen ligt aan de Kortrijksestraat, een belangrijke steenweg tussen Brugge en Kortrijk.

Alfons Bogaert bouwde zijn huis, werkplaats (de ‘werkwinkel’) en droogplaats voor hout schuin tegenover zijn ouderlijke woning in Waardamme. Net zoals in de wagenmakerij van zijn broer in Veldegem kwam het licht vooral vanuit het dak, via het deel dat in glas was uitgevoerd.

Alfons Bogaert voor zijn werkplaats in de Kortrijksestraat in Waardamme, jaren 1940, privécollectie Rosa Bogaert.

Werken in de wagenmakerij

Alfons Bogaert gebruikte een beperkt gamma aan machines. Hij had een schaafbank, een boormachine, een vlakschaafmachine en draaibank met verschillende toepassingen. De motoren hingen aan de muren en het aanpalende huis daverde telkens hij ermee werkte. Elk jaar ging Alfons naar de jaarbeurs in Brussel om de nieuwste machines te bekijken. Zo bleef hij op de hoogte van de nieuwste technieken. Daarnaast beschikte hij over een uitgebreid gamma handwerktuigen. Veel klein gereedschap en mallen hing Bogaert op aan een spijker in de muur. Om te berekenen hoeveel (rechte) planken er uit een bepaald stuk hout konden worden gehaald, gebruikte Alfons intensief volgende boekjes: R. Piette, Barême de poche […], Charleroi, 1919 en J. s’ Heeren, Rekenboekje met uitleg voor de kubeering van hout […], Tienen, 1922.

Schets van de wagenmakerij van Alfons Bogaert (Waardamme), 1930, Provinciaal Archief West-Vlaanderen – GHO-dossier A3A5A7 GB 1996 Pb 27o. Let op de aanduiding ‘herberg’.

Een typische werkdag

Alfons ging na het ontbijt het atelier binnen en werkte tot het donker was. Toen boeren vroeger trouwden, ging er een hele uitzet mee: karren, wagens, eggen, oeselaars, kruiwagens… Allemaal werk voor de wagenmaker. Er was nog geen verlichting zoals nu. Alfons werkte meer in de zomer dan in de winter. Hij herstelde ook veel zaken. Dichtbij de wagenmakerij van Alfons waren er twee smeden: Denaeghel en Vanhauwaert. Hij rolde de wielen naar daar om er een ijzeren band rond te smeden. Voor de rest werkte hij altijd alleen, hij had geen personeel in dienst. Toch voelde Alfons zich niet eenzaam in zijn beroep. Hij had veel ‘klap’ (gesprekken) in zijn wagenmakerij. Tijdens de winter kwamen de fietsers en coureurs binnen om zich op te warmen en om een babbeltje te slaan. Hij was ook sportliefhebber. Het atelier en café waren altijd open.

De droogloods van wagenmakerij Bogaert is tot op vandaag bewaard. © CAG

Auteur

Brecht Demasure is collectiebeheerder van de Collectie Bulskampveld. In 2020-2021 verrichtte hij in opdracht van Centrum Agrarische Geschiedenis onderzoek naar wagenmakerij in Vlaanderen.

Collectiebeheerder

Brecht Demasure

Terug naar boven