Recent stond de slijpsteen voor gutsen in de kijker. De Collectie Bulskampveld bevat echter ook slijpstenen van een heel andere grootteorde. Voor het scherpen van allerhande metalen gereedschappen deed de boer of de vakman beroep op een stevige slijpmolen. De levensduur van het werktuig nam zo aanzienlijk toe.
Dat het gebruik van de slijpsteen van alle tijden is, bewijst de opname van deze specifieke slijpsteen in de expo ‘In het spoor van Letardus’ in De Zwarte Doos in Gent.
De slijpsteen uit Vinkem met inventarisnummer ME1.
De tentoonstelling In het spoor van Letardus. Middeleeuws Maalte onder The Loop vertelt het verhaal van de vroeg- en volmiddeleeuwse nederzetting Letardus, een verhaal dat loopt van de 7de tot de 13de eeuw na Christus. De nederzetting werd aangetroffen tijdens archeologisch onderzoek op de site van The Loop in Sint-Denijs-Westrem waar aan een nieuw stadsdeel wordt gebouwd.
De middeleeuwen zijn vooral gekend als een periode van ridders en kastelen, maar in de tentoonstelling focust initiatiefnemer Dienst Stadsarcheologie & Monumentenzorg Gent echter op een boerennederzetting en haar evolutie door de eeuwen heen. Tijdens de middeleeuwen waren de meeste mensen immers boer, het ging om zo’n 90% van de bevolking. Deze mensen verzorgden met hun arbeid in de eerste plaats in hun eigen levensonderhoud. Daarnaast konden ze een deel van hun opbrengst ook verkopen op de markt of moesten ze die afgeven aan één of andere heer die eigenaar was van de gronden.
In de expo worden de vondsten van verschillende middeleeuwse nederzettingen aan The Loop door archeologen getoond. © Dienst Stadsarcheologie & Monumentenzorg Gent.
Uit een waterput die gedateerd wordt in de periode 775-800 werd een bewerkt stuk natuursteen gevonden, dat men kon identificeren als een roterende slijpsteen. Op basis van de huidige kennis gaat men ervanuit dat de roterende slijpsteen een vroegmiddeleeuwse uitvinding is. Archeologische paralellen zijn in Vlaanderen zeldzaam, in het buitenland komen ze voor in handelsnederzettingen zoals Dorestad, Hedeby en York. De aanwezigheid van zo’n slijpsteen op de nederzetting van The Loop wordt in verband gebracht met de bewerking van metaal. Om de bezoeker een duidelijk beeld te geven van hoe zo’n roterende slijpsteen eruit zag en werd bediend, werd een exemplaar ontleend uit de Collectie Bulskampveld.
Meer info over de expo vind je hier.
Het fragment van een roterende slijpsteen uit waterput 210370. Links de binnenzijde (asgat), rechts de buitenkant (actieve zijde, slijpoppervlak), © Cedric Verhelst.
Voor het slijpen en terug scherp maken van stalen of hard metalen voorwerpen werden slijpmolens gebruikt. Aanvankelijk met de hand aangedreven - zoals dit toestel -, of met de voet, mettertijd ook door een elektromotor. De constructie kon wel verschillen, maar de essentie bleef altijd dezelfde. Een - meestal - fijnkorrelige cilindervormige zand- of kunststeen die op een as draaide, werd boven een halfcirkelvormige bak met water geplaats. Het water koelde het te slijpen werktuig af tijdens het slijpen. Door het draaien vormde zich bovendien een waterfilm op de steen waardoor het materiaal haarscherp kon worden geslepen.
Na het slijpen mag de steen niet in het water blijven hangen. Door de lokale opname van vocht kreeg hij immers een zachte plek wat bij het slijpen een ongelijke afslijting van de steen tot gevolg had. Daardoor zou de slijpsteen zijn cirkelvorm verliezen, wat het slijpen bemoeilijkt. Na het slijpen op een slijpsteen worden de beitels nageslepen op een wetsteen of een oliesteen, om de braam weg te nemen of om ze nog scherper te slijpen.
Oudste afbeelding van een roterende slijpsteen in het Utrecht Psalter (f35 v., psalm 63, ongeveer 830 n. Chr. © Universiteit Utrecht.