In 2022 bracht CAG reeds het verhaal van de aardappelrooimachine. Vooral aardappelen geoogst worden, moeten ze natuurlijk eerst in de grond geplant worden. De Collectie Bulskampveld herbergt een mooie verzameling aardappelplantmachines. Boeren noemden het tuig ook wel eens pootmachine. Het planten van aardappelen evolueerde van pure handenarbeid via een halfautomatische machine tot een volautomatische handeling. Landbouwer Jozef Desimpel uit Izegem vertelt er ons andermaal alles over in onderstaand filmpje.
Landbouwer Jozef Desimpel (still uit filmpje Congé Rural)
Nadat de akker door via grondbewerking (ploegen, eggen) is voorbereid, worden de pootaardappelen in de grond gestopt. Voor een normale teelt worden de pootaardappelen in april of mei geplant en met een klein beetje grond bedekt. Tot in de negentiende eeuw gebeurde dat grotendeels manueel. Met een kistje pootaardappelen trok de boer het veld op en plantte om de 30 cm een aardappel. De aardappelen werden op ruggen geteeld. In de loop van het groeiseizoen werden die enkele keren aangeaard met behulp van een aardappelaanaarder. Hierbij wordt aan twee kanten een laagje aarde van de zijkant van de groeiplek over de wortels van de plant geschoven. De wortels blijven zo goed bedekt met grond en in de rug kunnen de knollen zich ontwikkelen zonder groen te worden.
De aardappelpoters van Vincent Van Gogh, 1884 (Kröller-Müller Museum)
De halfautomatische pootmachine waar Jozef Desimpel op zit, is gebouwd op een ijzeren onderstel met twee kleine en twee grote wielen. In werking werden de twee achterwielen naar voor verplaatst waardoor de horizontale houten schijf aangedreven werd. Deze schijf had 16 openingen waarin door een persoon, die met de rug naar het trekdier zat, telkens een plantaardappel gelegd werd. De openingen zijn onderaan afgesloten door ijzeren plaatjes die één voor één neervallen waardoor de aardappel terecht komt in de voor die door een schaar en een dubbel rister getrokken wordt. De voor met de plantaardappel werd daarna toegelegd door twee kleine risters. Dit model van aardappelplantmachine met horizontale verdeelschijf is één van de eerste die in gebruik waren. Met dit toestel kon per dag ongeveer 3/4 hectare worden aangeplant. Dit specifiek toestel zou in de jaren 1924-1925 vervaardigd zijn in een fabriek in het Tieltse.
Aardappelplantmachine uit Ruiselede, 1924-1925 (inv. nr. 502, Collectie Bulskampveld)
In een laatste stap komt er geen manuele handeling bij het planten meer aan te pas. De plantaardappelen worden in de vergaarbakken gelegd en vervolgens volledig automatisch, één per één, in de voren gelegd. Indien er toch een aardappel wordt ‘overgeslagen’, valt er vervolgens eentje uit de correctieschijf. Deze moest na verloop van tijd natuurlijk ook worden bijgevuld. Dergelijke machines waren vanaf de jaren 1970 courant. Ze werden door de tractor getrokken en aangedreven. Ze vervulden vrij precies hun werk en werkten over drie tot vier rijen heen. Vanzelfsprekend verliep de arbeid dan ook veel sneller. Computergestuurde toestellen laten het planten vandaag nog efficiënter verlopen.
Automatische plantmachine voor aardappelen, 1978. (Gemeentearchief Beveren