Verwervingen van de Collectie Bulskampveld

Rond het midden van de 20ste eeuw kende landbouwsector in Vlaanderen een doorgedreven mechanisering en schaalvergroting. Het trekpaard werd ingewisseld voor tractor. Machinewerktuigen werden omvangrijker, efficiënter en complexer. De ‘oude’ – hoofdzakelijk houten tuigen met ijzeren beslag – bleven in de schuur, onder een afdak of in openlucht staan.

Schuur van Charles Vandenbussche, landbouwer in Uitkerke, 1988 © Collectie Bulskampveld.

Ook in West-Vlaanderen was dit het geval. In de jaren 1970 nam het provinciebestuur het initiatief om rollend landbouwmateriaal te verzamelen dat in lokale volkskundemusea wegens plaatsgebrek slechts in beperkte mate werd opgenomen. Het vormde de basis voor wat vandaag de Collectie Bulskampveld is. Maar, vanwaar kwam dat materiaal? Op deze pagina werpen we een blik op de achtergrond van heel wat objecten uit de collectie. 

Verzamelen

De Provincie West-Vlaanderen stelde Luc Devliegher (1927-2023) aan om op prospectie te gaan. Devliegher was wetenschappelijk ambtenaar en werkleider bij de Dienst Cultuur van de provincie. Hij kreeg de toestemming om aankopen te doen en het mandaat om de inventaris op te maken en bij te houden. Devliegher kwam in contact met heel wat boeren omdat hij ook belast was met het opmaken van een inventaris van kerken en historische hoeves in West-Vlaanderen. Hij ging letterlijk de boer op en kwam zo in contact met het oude werkmateriaal. Voertuigen en landbouwwerktuigen die in te slechte staat waren, werden niet aangeworven. Ook toevalligheden speelden een rol. Landbouwers hoorden indirect dat er gezocht werd achter oud materiaal. En daarop contacteerden ze Devliegher. De verworven objecten werden overgebracht naar het provinciaal domein Lippensgoed-Bulskampveld in Beernem waar vanaf 1982 ook het museum gevestigd zou zijn.

Lossen van een boerenwagen nabij het kasteel Lippensgoed-Bulskampveld, jaren 1970 © Collectie Bulskampveld.

Arthur Vandendorpe

De ambitie om de collectie te beperken tot rollend landbouwmateriaal en trekdierengetuig werd al snel doorkruist door de aanvaarding van een zeer omvangrijke schenking ambachtelijk materiaal van Arthur Vandendorpe (°1937). Vandendorpe had als restaurator van kerken en historische monumenten een voorliefde voor ambachten en vakmanschap.

Reeds in 1977 was er een bruikleenovereenkomst tussen Vandendorpe en de Provincie West-Vlaanderen om ambachtelijke werktuigen tentoon te stellen in de kelders van het kasteel Lippensgoed-Bulskampveld. Handwerktuigen van liefst 35 verschillende ambachten maakten deel uit van de deal. In 1994 werd de bruikleen omgezet in een definitieve schenking. De Collectie Bulskampveld bestaat sindsdien uit twee grote delen: de deelcollectie landbouw en de deelcollectie ambachten.

Arthur Vandendorpe (1937) schonk veel waardevol ambachtelijk werkgereedschap aan de Collectie Bulskampveld. Aan landbouwmuseum Smoufelbeekhoeve in Maldegem gaf hij zelfs een heuse wagenmakerij in bruikleen, 2022. © Francis Vandendorpe.

Landbouw- en wagenmakersobjecten

Er werd meer verzameld dan rollend landbouwmateriaal alleen. Al vrij vlug kwamen vervoermiddelen breder dan de landbouwsector an sich, zoals boomezels, voermanswagens, handkarren en hondenkarren, in het museum terecht. Ook de invalshoek ‘rollend’ werd verruimd door de opname van onder meer ploegen, eggen, cultivators en wanmolens. De nadruk bleef wel liggen op alles wat door spierkracht (mens en dier) voortbewogen werd. Vanwege de vele wagens en karren in de collectie, verzamelde het museum Bulskampveld al vanaf het begin veel wagenmakersgerief. Sommige particuliere collecties werden aangekocht, andere waren een schenking. Mond-aan-mond reclame bleef haar werk doen. Op het domein Lippensgoed-Bulskampveld werd een wagenmakerij ingericht met materiaal afkomstig van talrijke West-Vlaamse wagenmakers. In de werkplaats werden alle stadia van het maken van een houten wiel getoond.

Museum Bulskampveld kocht meer dan 50 voertuigen en landbouwwerktuigen van Charles Vandenbussche, landbouwer in Uitkerke, 1988 © Collectie Bulskampveld.

Onderzoek

Bij de verwerving van de stukken probeerden de medewerkers van de Provincie West-Vlaanderen zoveel mogelijk te achterhalen over de herkomst, het gebruik en de lokale benaming. Dat was niet altijd een eenvoudige opdracht omdat het dikwijls werktuigen betrof die sinds een geruime tijd niet meer in gebruik waren en die de huidige eigenaar zelf niet gebruikte. Er werd dan op zoek gegaan naar personen die het voorwerp wel konden situeren in tijd en ruimte. Ook onderzoek via literatuur en oude afbeeldingen leverden bruikbare gegevens op. Het materiaal dat het museum kreeg van verdwenen of geëvolueerde beroepen zoals lattenkliever, steenhouwer of loodgieter was dikwijls niet meer volledig bewaard, omdat sommige werktuigen ook voor andere toepassingen gebruikt werden. De oorspronkelijke gebruikers waren vaak niet meer zo jong, konden zich niet alles meer herinneren of legden het verkeerd uit. Kritisch onderzoek van de verworven werktuigen bleef en blijft noodzakelijk.

Door het onderzoeken van onder meer oude schoolplaten kon de functie van landbouwwerktuigen en -voertuigen achterhaald worden. © Collectie Bulskampveld.

Kopen of schenken

De collectie groeide aan, zowel door gerichte aankopen als door diverse schenkingen. Over bijna 80% van de stukken in de Collectie Bulskampveld kunnen we iets vertellen over de herkomst. Dat is opvallend veel in vergelijking met andere landbouw- en ambachtencollecties. In totaal zijn er zo’n 309 verwervingsbronnen bekend. Daarvan is ongeveer de helft aankoop (49,8%). Het aandeel schenking (45,3%) is bijna even groot. Een combinatie van aankoop en schenking was er ook (2,3%), naast een aantal verwervingen waarvan de status onbekend is (2,5%). Nagenoeg alle verwervingen komen uit West-Vlaanderen (296 of 95%), een kleine minderheid komt uit Frans-Vlaanderen (3), Zeeuws-Vlaanderen (2) en de rest van België (8). Bij de start van het museum werden vooral stukken aangekocht; tijdens de meest recente decennia waren de verwervingen vooral het gevolgen van schenkingen. In de tabel hieronder is een overzicht te zien van het aantal verwervingen per decennium. De collectie groeide het meest aan in de periode 1980-1989, gevolgd door 1990-1999.

De Provincie West-Vlaanderen kocht de bijzondere bomenwagen van landbouwer De Duytschaever in 1982. Vervaardiger-wagenmaker Jules Goossens kijkt aandachtig toe bij de manipulatie van het voertuig. © Collectie Bulskampveld.

Jaar van verwerving Aantal verwervingen Aantal objecten
1971-1979 66 323
1980-1989 100 3863*
1990-1999 79 997
2000-2009 43 927
2010-2019 16 296
onbekend 4 158

 

* Inclusief opname schenking van Arthur Vandendorpe (meer dan 1100 objecten).

 

Landbouwerfgoed

Sinds de opening van het museum in 1982 groeide de verzameling niet alleen aan door particuliere aankopen of schenkingen. Ook stukken uit andere landbouwcollecties werden opgenomen in Bulskampveld. In 1988 was er de aankoop van een verzameling volkskundig materiaal van de Stad Blankenberge. Door omstandigheden kon Blankenberge geen passend onderkomen voorzien en fungeerde Bulskampveld als opvangplaats. Ook na 2010 waren er verwervingen van waardevolle stukken uit andere landbouwmusea. Zo vonden stukken uit het voormalig landbouwmuseum Heuvelland (17 objecten), landbouwmuseum Leiedal (22 objecten) en museum Sincfala (6 objecten) na toetsing aan het toenmalige collectieprofiel een onderkomen in de Collectie Bulskampveld. Na de overdracht van de collectie aan de Vlaamse overheid in 2018 werd een collectiestop ingevoerd. Tot nader order worden geen nieuwe stukken opgenomen of afgestoten.

Lees hier meer over de rijke geschiedenis van de Collectie Bulskampveld.

Onder meer deze vrij unieke aardappelrooimachine (inv. nr. LEI0591) maakte de transfer van het voormalige landbouwmuseum Leiedal naar Collectie Bulskampveld, 2013. © Collectie Bulskampveld.

Terug naar boven